Ik hou van donderdagen. Ten eerste is dat vaak een concert-avond. Ten tweede is dat ook de uitgelezen moment om met vrienden ’s avonds nog iets te gaan drinken, en ten derde is dat voor mij ook de dag voor je weer wordt geconfronteerd met de stress van alles opruimen, alles pakken (en dus ook plannen wat er over het weekend gedaan moet worden en dus mee naar huis moet) en ook weer acclimatiseren aan ‘thuis’.
Vorig semester was donderdag ook veruit mijn favoriete dag van de week, ook al begon die vroeg. Maar voor jeugdliteratuur krijg je mij nog wel om 9 uur redelijk wakker in de les. Amerikaanse was dan wel weer minder maar ja, you can’t have it all..
Dit semester lijkt die beweging door te trekken. Vanmorgen om het zelfde vroege uur stond Canterbury Tales op het programma, en dat was een schot in de roos. Ik zat er nog niet lang voor ik het idee had van ‘ja, hiervoor ben ik zoveel jaar geleden Germaanse begonnen’ en dat was nog maar de 3e keer. De eerste keer overviel me dat gevoel bij de ‘Middeleeuwen’ in 1e kan, de tweede keer was bij Ingelbien in 2e keer eerste kan (hij nam (history of English literature over) en dus nu heb ik het ook bij capita selecta Engelse letterkunde oudere tijd: ‘Canterbury Tales’. Het vak lijkt me echt heel interessant, en het is echt een aanrader voor wie nog een vak zoekt. (Snel zijn, het is Latré’s laatste jaar)
Natuurlijk zat er (persoonlijk voor mij dan) weer een addertje onder het gras. Ja hoor, hier ga ik weer. Er hoort bij dat vak namelijk een stadswandeling, een ‘pilgrimage’ zelfs, waarbij Prof. Latré ons als een echte Chaucer Leuven door Chaucer’s ogen laat zien. Allemaal leuk en wel, de St. Pieterskerk, het stadhuis.. Maar toen: het begijnhof. Ik weet dat het begijnhof ver is (in mijn afmetingen toch) maar hoe ver heb ik geen idee. Volgens mij ben ik ooit es naar Bar Del Sol gestapt (wat daar in de buurt is) en was dat toch niet echt nog es voor herhaling vatbaar. Zo’n wandeling staat trouwens voor mij gelijk aan een halve marteling. Dat soort beweging ‘stappen-stilstaan-stappen’ is echt dodelijk. Ik heb het dan echt over spierpijn binnen een halve minuut. Daarom heb ik ook zo’n hekel aan schuifelen (bv op de markt) en van dat soort dingen.
Bovendien waren Middeleeuwers onbekend met het fenomeen rolstoel.. Trouwens, zelfs al kom ik uit Wakkerzeel Kasseidorp, de combinatie rolstoel-kasseien is nooit echt aan te raden. Laat die wandeling dan ook nog es verplicht zijn en je snapt wel dat ik al weer iets heb om me zorgen over te maken.. Wat zou het leven toch zijn zonder ;)
Maar dat was niet het enige vak, daarna volgde nog Middeleeuwen. Degenen onder jullie die daarstraks goed hebben opgelet kunnen al raden dat ook dit vak wel bij mijn favorieten behoort. Het is verschrikkelijk veel werk: elke week een opdracht (een essay van +/-2 pagina’s), 14 opdrachten in totaal. Maar het interesseert me allemaal wel enorm, dus dat neem ik er denk ik wel bij. Moeilijker had mijn timide ik het met een ander punt. Er wordt van ons medewerking verwacht, in de zin dat elke week een paar mensen door hem worden aangeduid om hun oplossing of aanpak van de opdracht van die week te verduidelijken. Dat wordt duidelijk een ‘bibber en beef’moment, maar het zei me te veel om me daardoor tegen te laten houden. Zou er dan toch nog hoop voor mij zijn?
Op mijn lessenrooster staat nog een derde vak, Kritiek en essay, gegeven op vrijdag, maar dat valt deze week nog weg. Mijn week begon en eindigt dus op donderdag. Eerst dacht ik vrijdag te gebruiken voor een bezoek aan Acco, maar dat ga ik toch nog maar wat uitstellen. Ja, ook die beweging van aanschuiven aan de kassa (staan-stapje-staan) behoort tot de hierboven beschreven persoonlijke martel-momenten. Laat mij weten als de rijen tot achter in de winkel weer normale proporties hebben aangenomen, dan waag ik nog wel es mijn kans.
Voor vanavond gaat de reis dus terug naar Kasseidorp..
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten