maandag, december 10, 2007

Voorbij

"Nu is het gedaan, het is voorbij"

Koen Wauters heeft gelijk, ook al bedoelde hij iets heel anders dan ik. Het congresweekend in Parijs zit erop. Voor wie er niet bij was: een klein verslagje.

Slapen als je zenuwen hebt (heel erg veel zenuwen) wil wel eens niet lukken. Dat ondervond ik maar weer eens op de nacht van donderdag op vrijdag. Het was ook wel net alsof alle natuurkrachten samenspanden om me ook maar geen minuut rust te gunnen, maar de vraag blijft of het was gelukt als ze dat niet hadden gedaan. Ik was bijna blij dat het 5 uur was en de wekker afliep. En voor je het vraagt, nee, dat is helaas geen foutje. Als je om half zeven op de trein moet zitten, is er helaas geen andere optie dan vroeg op te staan. De treinrit Leuven-Brussel verliep voorspoedig, en mijn zenuwen namen toe. Mijn papieren met de tekst (in tweevoud mee, je weet maar nooit) lagen altijd binnen handbereik voor als een van de zovele momenten van twijfel toesloeg. De rit van Brussel naar Paris Nord verliep nog beter, omdat het gezellig warm was op de trein. Mijn drie reisgezellen lazen de krant, ik nog maar es twintig keer mijn tekst.

Rond tien uur kwamen we aan bij het INS HEA, waar het congres werd georganiseerd. Badge opspelden met mijn naam en 'intervenant', de zaal binnenglippen en toen was er echt geen ontkomen meer aan. Nog geen twee seconden later was de eerste paniekaanval een feit. Het zat er bomvol! Ik wist op voorhand niet wat ik moest verwachten, totaal niet, maar dit had ik niet verwacht. De aula zat vol, en de trappen zaten zelfs ook helemaal vol. vollebak paniek dus. Toen had ik echt voor het eerst het gevoel: what the hell am I doing here? Iedereen, en letterlijk iedereen sprak er frans, dus mijn hoop op het gebruiken van het Engels was snel vervlogen. Nog meer paniek toen bleek dat ze al bijna een drie kwartier achter op schema zaten. Van een goed begin gesproken.

Er werd gesproken, logischerwijs. In een hels tempo. In het Frans. Gevolg: de eerste lezingen zijn aan me voorbij gegaan. Ik werd uitermate gefascineerd door de doventolken die aanwezig waren en aan een immens tempo alles vertaalden met de nodige supersnelle handbewegingen. Wat is dat toch een zalige taal, gebarentaal. Vanaf de derde speech was ik wel helemaal mee. Het ging over een mama die vertelde hoe moeilijk het is om haar zwaar-autistische dochter voor te bereiden op dingen, en hoe boeken daarbij kunnen helpen. Als je hoort dat ze al maanden bezig is om aan de hand van kerstboekjes haar dochter uit te leggen dat het een familiefeest is, met cadeautjes en al, goh, dat raakt me toch wel. Daarna ging het over het aanleren van een tweede taal aan doven, en ook dat vond ik echt wel interessant. Het is totaal omgekeerd dan hoe wij literatuur leren aan de universiteit, maar net dat maakt het zo leuk, vond ik. Het zoeken van een eigen systeem dat werkt, daar ben ik stilaan ook bedreven in.

Nog leuker was een film over sprookjes en doven, en ik zeg het, die handen en ik ben geboeid. Afgeleid ook wel, maar kom. Die film was dank zij de ondertiteling (hij werd in gebarentaal gespeeld)voor mij toch makkelijk te volgen. Daarna zat de voormiddag er al op (aaargh)en dat was tijd voor een vierde paniekaanval: de namiddag kwam eraan en het was etenstijd. Mensen die weten wat voor moeilijke eter ik ben, begrijpen dat wel.

Maar ik had alle redenen om ongerust te zijn, zo bleek aan tafel. Ik ga niet in details treden, maar als je weet dat we chips kregen (je weet wel, van die dingen uit een knisperend zakje) bij het vlees, dan kan je je toch wel iets voorstellen? Bovendien hadden de sprekers van voor en na ons die middag aangeschoven aan onze tafel en ook zij spraken geweldig Frans. Het begon me te dagen dat iedereen daar gewoon Franstalig was, en dus was het ook aan tafel conversaties voeren in het Frans. My god. Ik werd met de seconde zenuwachtiger, wat me wel een deel meelevende blikken en oppeppertjes opleverde van mijn disgenoten. Ook een aantal Vlaamse smsjes hielpen wel (thx!) maar toch. En natuurlijk gaat de tijd op zo’n moment veel te snel. Op gegeven moment wilden ze ons nog naar voren halen (as in de namiddag openen) maar dat vond ik toch geen goed plan. Tijdens de spreekbeurt van de dame voor ons (jeugdlit in TsjechiĆ«) hield ik angstvallig de deuren boven aan het auditorium in het oog. Papa en mama hadden wel beloofd om buiten te blijven, en zeker tijdens mijn speech,maar het zou me niet verbaasd hebben als pap toch een poging had gedaan.

En toen was het zover: eerst Ghesquiere’s inleiding, en dan was het erop of erover. Ik herinner me dat ik begon, en ik herinner me twijfels bij alle cijfers en zo nog kleine dingen, maar van het algemene herinner ik me niets. Wel dat ik veeeeeeel te lang gepraat heb, maar ze hebben me mooi laten doen. Ik moest afronden op het moment dat ik net aan de conclusies zat, dus dat kwam goed uit.
En daarna heb ik bijna gehuild. Van opluchting, maar ook door de laatste speech van de dag. Het was een getuigenis van een vrouw met epilepsie, en het was op momenten schrijnend, dan weer herkenbaar en dan werd ik weer lastig. Ze had het er nog zo moeilijk mee, dat sprak uit alles. Het voerde me zo weer terug naar de tijd dat ik zelf tegen windmolens vocht, en me elke twee dagen minstens, samen met Helmut Lotti, afvroeg: ‘waarom ik?’. Mijn kaars was daarna gewoon uit. Ik werd nog om half acht verwacht voor het avondeten (Raclette) maar aangezien ik dat toch niet lust en echt niet meer kon, ben ik bij mama en papa gebleven. Ik had even rust nodig, het was allemaal een beetje veel, in mijn hoofd. Verschillende mensen hadden me ofwel gefeliciteerd, ofwel de tekst gevraagd, en het is nog altijd raar voor me om te merken dat andere mensen iets hebben aan het huzarenstukje dat ik toen heb afgewerkt.

Maar het voelde niet zo geweldig als het had gemoeten. We liepen door de regen (een constante, daar in Parijs) ik met mama onder de paraplu, er was prachtige kerstverlichting vanuit het hotel te bezichtigen en toch. Iets knaagde. Knaagt, eigenlijk, want het is er nog steeds. Ik dacht dat het vermoeidheid was en ging na een kebap om negen uur slapen, maar samen met mama in een tweepersoons, dat valt ook niet mee. Bovendien deden al mijn spieren ongeveer al pijn.. De volgende morgen weer om half zeven opstaan, want om half acht werden we aan het ontbijt verwacht en het begon terug om negen. De tweede dag was weer vooral op doven toegspitst, waardoor ik heel erg geboeid was, en ook de voorstelling van een stripverhaal met een hoofdpersonage in een rolstoel was geweldig. Herkenbaar ook. Rita heeft me achteraf nog een gesigneerd exemplaar cadeau gedaan :)

Na het middageten gingen we al weer beginnen aan de treinreis, en de taxichauffeur heeft zijn best gedaan om mijn chocoladetaart alle uithoeken van mijn maag te laten zien. In Paris Nord was het meer dan een uur in ijskou wachten op de trein wat me wel ruimschoots de tijd gaf om het Nieuwsblad van boven naar onder te lezen. Mijn tenen kregen wel pas in de trein Brussel-Leuven weer warm. Koud dat het was.. Toen staakten ze ook nog in Brussel, maar gelukkig hadden we toch nog een trein vrij snel na onze aankomst daar. Om iets voor acht (op tijd voor Robin Hood, thank god) waren we thuis en twintig minuten later stond er ook een dampende thuisgeleverde pizza voor mijn neus.

It sure felt good to be home..

Geen opmerkingen: